Eén van mijn overburen in de Vrolikstraat was in de jaren tachtig een ‘klassieke’ Marokkaanse ‘gastarbeider’. Een man die zijn gezin in Marokko gelaten had en hier zo goedkoop mogelijk woonde in een vervallen souterrain dat hij deelde met een landgenoot.
Uit: ‘U spreekt wel eens met hem’ van Bart Top